De jachtopziener Straka woont alleen in het Boheemse Woud. Hij heeft ruzie met zijn enige zoon. Hij kan het niet verkroppen dat zijn zoon zijn geliefde bossen heeft verlaten en zich in een stad heeft gevestigd. Hij heeft zijn kleinzoon Vasek nog nooit ontmoet. Na een ziekte heeft de kleine Vasek echter behoefte aan wat buitenlucht, en daarom brengt zijn moeder Jarmila hem op een dag naar het huisje van haar schoonvader. Straka is aanvankelijk boos, maar Vasek is een onaangedaan jongetje en stort zich met verve in alle kleine avonturen die het bos te bieden heeft.